Veel van mijn cliënten blijven graag onder de radar, willen niet opvallen, hebben moeite hun stem te laten horen, hollen graag voor alles en iedereen, rust nemen komt niet in hun boekje voor, nemen fysiek en mentaal ongemak voor lief, blijven graag onzichtbaar. Dat voelt veilig.

Het verlangen om onzichtbaar te willen zijn stamt uit onze sociale en culturele overtuigingen die we meekrijgen vanaf de tijd dat we groeien in de buik van onze moeders en tijdens ons opgroeien. Denk bijv aan angst om niet mee te mogen spelen, om niet de beste te zijn, om geen hoge cijfers te halen, om papa en/of mama teleur te stellen, dat ze niet meer van je zullen houden, om alleen te zijn.

Een kind is afhankelijk van zijn ouders, gaat letterlijk dood als er niet voor hem/haar gezorgd wordt, dus is bereid zichzelf ‘op te offeren’ zolang het maar de goedkeuring van papa en mama krijgt. Het wil veiligheid en zekerheid voelen.

Die opoffering is eigenlijk schijnveiligheid, het kind past zich aan. Dat wordt een patroon die zich voortzet in het verdere leven en je dus in de weg kan gaan zitten als volwassene.

Fysiek ongemak, stress, constant aanstaan, alle ballen hoog houden, voor iedereen alles doen, zichzelf geen moment van bankhangen of in het zonnetje zitten gunnen en daarbij zichzelf compleet voorbij lopen met uitval tot gevolg.

Maar waarom zouden we onzichtbaar willen zijn?

  1. De meest bekende is angst om alleen te zijn: we passen ons letterlijk aan, zodat we erbij (kunnen) horen. De mens is van nature een kuddedier, een sociaal wezen, die wil ergens graag bij horen. Als we daarvoor moeten gaan pleasen en weggaan bij onszelf hebben we dat ervoor over. Vaak doen we dat onbewust, totdat we een spiegel krijgen voorgehouden. Ai die is pijnlijk, ondanks dat het niet comfortabel voelt, geeft het toch een gevoel van (herkenbaar) comfortabel voelen.
  2. Angst om identiteit te verliezen: ons denken en handelen wordt bepaald in onze kindertijd. Daar worden zaadjes geplant dat je ‘iets moet verdienen’ (bijv. liefde). Doe je dit niet, dan val je buiten de boot en als kind wil je ‘lief zijn, liefde van papa en mama ontvangen’, dus ga je je gedragen zoals van jou verwacht wordt. Veel geven in de hoop dat je het ook terug krijgt.
  3. Angst om uit te blinken: we leven in een maatschappij waarbij alles beter, sneller en nog sneller moet, teleurstellen is geen optie. Daarbij kan je kiezen uit twee opties: je kan meegaan en dus uitblinken of zorgen dat je onzichtbaar bent en meegaan in wat anderen van jou verwachten.

Is er dan een weg uit?

Jazeker, door te durven vertragen, door (veel en diep) adem te durven nemen, ga je voelen en merk je fysiek en ongemak op, maar ook hoe moe je eigenlijk bent door al dat maar klaar staan voor anderen, waarbij je jezelf helemaal vergeet. Door de confrontatie aan te gaan, uit de vicieuze cirkel te (durven) stappen kan je gaan aankijken wie jij werkelijk diep van binnen bent, welke verlangens er zijn en ga je inzien dat de meningen van anderen misschien minder waar zijn dan waarin jij bent gaan geloven.

En ja dat is een pittig proces, weet ik uit eigen ervaring. Ik was zo moe, zo intens moe, ik stond altijd aan, dag en nacht, deed alles voor iedereen, vergat mezelf compleet. Ik wilde rust, weg met de piekergedachten die mij uit mijn slaap hielden, weg uit dat opgejaagde gevoel, weg van die pijn tussen mijn schouders, weg met de angst om mezelf klein te houden, mijn stem laten horen, adem geven aan mijn lijf, mezelf helemaal voelen. Ik wilde leven. Het was een lange intense weg, waarbij menig traan is gevloeid, boosheid heb aangekeken, aan opgeven heb gedacht, het gevoel gehad dat het nooit goed zo komen, maar het is het allemaal waard geweest.

Vanuit een groots zelfliefde, kan je overvloedig delen.

Ik sluit af met een prachtige tekst van Nelson Mandela:

Onze diepste angst is niet dat we tekortschieten. Onze grootste angst is dat we enorm machtig zijn. Het is ons licht, niet de duisternis, die ons het meest beangstigt. We vragen ons af: wie ben ik om briljant, mooi, getalenteerd en fantastisch te zijn? Wie moet je eigenlijk niet zijn?