Het liefst proppen we iedereen in een hokje, stempel erop, doosje dicht en strik erom. Zo dat is helder. Op school moet er gepresteerd worden, Cito toetsen doen, leerdoelen behalen, oh ja ook nog het jaarprogramma volbrengen. Door, door, door en ieder kind moet mee.

Ervaart de omgeving jouw kind als (te) druk, natuurlijk is het eerste waar ze dan naar vragen, ADHD?

Is je kind eerder wat sloom en afwezig, dan wordt er gelijk gedacht aan, Autisme?

Vroeger mocht je gewoon druk zijn, dan kreeg je een extra taakje van meester of mocht jij als rustig meisje gewoon het bord schoonmaken in de pauze, omdat er anders zoveel prikkels waren op het schoolplein.

Het kind werd geaccepteerd zoals het was.

Net zoals het gewoon was dat je kind thuis kwam, niets zei en in een boom klom om tot rust te komen na een drukke schooldag vol prikkels en je andere kind honderduit vertelde, zijn step pakte en als een bezetene weg stepte.

Het was gewoon zo, jouw kind reageerde zo, punt!

Inmiddels weten we dat aan dit gedrag een naam hangt: er kan sprake zijn van overprikkeling of onderprikkeling. Zo zal een overprikkeld kind snel compleet overstuur kunnen raken of graag een capuchon over zijn hoofd trekken. Een onderprikkeld kind gaat actief opzoek naar prikkels, ervaart veel onrust in zijn lijf, heeft moeite met luisteren, doet graag staand zijn werk en zal bijvoorbeeld veel zijn vinger opsteken met vragen. Maar je kan ook een passief onderprikkeld kind hebben en die is wat dromerig van aard, mist vaak informatie en laat het allemaal een beetje langs zich heengaan.

Hoe werkt dat nu allemaal in je brein? Er worden prikkels waargenomen via je zintuigen en je hersenen bepalen hoe belangrijk deze prikkel is, of anders gezegd wordt hij ‘door’ gelaten of  niet. Wordt de prikkel doorgelaten, dan pas word je je bewust van die prikkel. Die zet aan tot handelen.

Overprikkeling: bij een teveel aan binnenkomen van prikkels raakt je zenuwstelsel overprikkeld en schiet je in de stress en reageert je lijf met fight-flight-freeze respons.

Onderprikkeling: dan komen er te weinig prikkels binnen. Er vindt geen of te weinig stimulatie van de hersenen plaats en straal je rondhangen, hoofd op tafel leggen, uitstelgedrag, niet op gang te komen en kan zelfs verslaving (o.a. gamen) op de loer liggen. Een te weinig aan prikkels kan ook nog leiden tot overprikkeling.

Bij overprikkeling kan helpend zijn om je kind uit de situatie te halen, tijdig naar bed te laten gaan, een koptelefoon op school laten dragen.

Bij onderprikkeling kan naar buiten (laten) gaan, een wiebelkussen of een bijtketting heel helpend zijn, omdat het meer prikkels te verwerken krijgt.

Maar het allerbelangrijkste en daar wil ik mee afsluiten: accepteer je kind zoals hij/zij is. Jouw kind is uniek, helemaal goed zoals hij/zij is. Er hoeven geen labels of stempels op geplakt te worden. Het is de maatschappij die niet om kan gaan met jouw kind. Het is jouw taak als ouder om écht te luisteren naar je kind, pik de signalen op die hij/zij laat zien en voorzie in wat hij/zij echt nodig heeft. Het antwoord is meestal liefde. In jouw kind zit zoveel wijsheid. Intuïtief weer je als ouder wat te doen, durf daar veel meer op te vertrouwen.

En weet je het echt even niet meer (uit eigen ervaring weet ik, opvoeden is het allermoeilijkste wat er bestaat), dan is externe hulp vragen geen teken van zwakte, het toont juist aan ‘ik weet het even niet meer’, wil jij mijn spiegel zijn?